Aandeelhouders, Absolute Prioriteit en de Debt-for-Equity Swap (Shareholders, Absolute Priority and the Debt-for-Equity Swap)
Dutch Abstract: Schuldeisers en aandeelhouders hebben een verschillende aanspraak op het vermogen van de vennootschap. Schuldeisers hebben als eerste recht op uitbetaling uit het vermogen. En hun aanspraak - en bij faillissement hun verlies - bedraagt maximaal het bedrag van hun vordering. Aandeelhouders daarentegen hebben in beginsel als laatste aanspraak op het vermogen van een vennootschap. Zij dienen dan ook slechts het surplus dat overblijft na voldoening van de schuldeisers te ontvangen. Dit surplus kan in beginsel heel groot zijn. Het kan echter ook nihil zijn. Zoals bij een faillissement.In de praktijk doet het zich echter voor dat faillissementsakkoorden tot stand komen, waarbij aan de aandeelhouders nog een belang in de gereorganiseerde onderneming wordt gelaten. Ondanks dat de waarde van de vennootschap lager is dan het vreemd vermogen. Anders gezegd, aandeelhouders krijgen een uitkering, terwijl de (hoger) gerangschikte schuldeisers niet volledig worden voldaan.In dit artikel wordt aan de hand van de creditors' bargain theorie betoogd dat een akkoord slechts zou moeten worden gehomologeerd indien het voldoet aan de eis van absolute prioriteit. Om aan een dergelijke eis te kunnen voldoen, dient de Faillissementswet te worden aangescherpt en de figuur van de debt-for-equity swap te worden geïntroduceerd. Ter inspiratie wordt gekeken naar Chapter 11 van het Amerikaanse faillissementsrecht